Overreden

Het betreft Jantje Kamphof.

DEDEMSVAART, 5 Jan. Nabij Sluis 6 is hedenmorgen mej. Kamphof van hier onder de stoomtram geraakt en onmiddellijk gedood. Het ongeluk gebeurde in de nabijheid van de brug bij Vredehof. Mej. K. bevond zich op de rails toen de tram naderde. Door onverklaarbare oorzaak, misschien wel door het huilen van den wind, heeft zij het naderen van de tram niet gehoord, en werd door de locomotief gegrepen. De machinist bemerkte te laat, dat er een ongeluk gebeurd was, maar stopte onmiddellijk. De vrouw, die vreeselijk verminkt was, bleek reeds te zijn overleden toen zij in een naburige woning binnengedragen was.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 6-1-1925

Het konflikt in het trambedrijf

Konflikt tussen de Ned. Ver. van Spoor- en. Tramwegpersoneel en de Nederlandsche Vereeniging van Lokaalspoor- en Tramwegen. Het betreft een gebrek aan vertrouwen en meningsverschillen over het nieuwe Reglement Dienstvoorwaarden (R.D.V.) en de pensioenen.

Er bestaat in het tramwegbedrijf een organisatie - de Nederlandsche Vereeniging van Lokaalspoor- en Tramwegen - waarbij alle exploitanten van tramwegen in Nederland, ook de tramwegen-exploiteerende overheidslichamen, zijn aangesloten. Deze organisatie beweegt zich echter niet op het gebied van de arbeidsvoorwaarden van de bij haar aangesloten tramweg-exploitanten.
Uit een in 1918 door deze vereeniging benoemde kommissie ter voorbereiding van een nieuw R.D.V. en een ontwerp pensioenregeling groeide in 1919-1920, toen de vakorganisaties met hun voortdurende akties resultaat wisten te behalen, en op deze wijze de ondernemingen nogal dwars zaten, een „Vereeniging van werkgevers op Tramweggebied".
Niet meer met de afzonderlijke exploitanten, maar met deze werkgevers-vereeniging hadden de organisaties in het vervolg te maken, indien zij over de arbeidsvoorwaarden van een bij deze vereeniging aangesloten maatschappij zouden willen praten.
..
De werkgeversvereniging schreef namelijk, dat een afspraak gemaakt was, dat korrespondentie van haar zonder haar voorkennis niet zou worden gepubliceerd. Nu dit toch was geschied, moest alle kontakt met de Ned. Ver. verbroken worden. Het H.B. van de Ned. Ver. verklaarde echter met de grootste stelligheid, dat een dergelijke afspraak nimmer gemaakt is, terwijl de brief evenmin vertrouwelijk was., In elk geval: het konflikt is er thans, waarop de werkgeversvereniging al sedert haar oprichting heeft aangestuurd.
De Ned. Ver. heeft thans haar leden het advies gegeven, met de bij de werkgeversvereniging aangesloten maatschappijen geen persoonlijk overleg te plegen. Nu duidelijk gebleken is, dat de werkgeversvereniging in den loop der jaren het er alleen maar om te doen is geweest de macht van de Ned. Ver. te breken, zal de Ned. Ver. niet nalaten, tegen dit optreden in het publiek stelling te nemen.
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij. Amsterdam, 30-3-1925
In verband met verschillende vragen, welke ons bereiken naar aanleiding van ons artikel over het konflikt tusschen de Ned. Ver. van Spoor- en. Tramwegpersoneel en de Vereeniging van Werkgevers op Tramweggebied deelen wij nog mede, dat bij de Werkgeversvereniging dertien maatschappijen zijn aangesloten, n.l.
de Geldersch-Overijselsche Stoomtram,
de Dedemsvaartsche Stoomtram-Maatschappij,
de Zutphen-Emmerik,
de Old-Ambt-Pekela,
de Westlandsche Tramweg-Maatschappij,
de Rotterdamsche Tramweg-Mij.,
de Geldersche en Geldersch-Westphaalsche Tramweg-Mij.,
de "Graafschap",
de Hollandsche Buurtspoorweg,
de Zuider Stoomtram,
de Zuid-Nederlandsche Stoomtram en
de Maas en Waal.
Verschillende der groote ondernemingen zijn bij deze vereeniging dus niet aangesloten.
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij. Amsterdam, 2-4-1925

Overreden

Het betreft Israel van Gelder.

AMBT-HARDENBERG, 23 Mei. Op dezelfde plaats, waar voor 8 dagen den heer Katerberg met zijn motorfiets een ongeluk overkwam, n.l. de Haardijk te Heemse (gem. Ambt Hardenberg) had Zaterdag weder een treurig ongeval plaats.
Terwijl de ongehuwde I. van Gelder, koopman, wonende te Stad Hardenberg, wandelde over genoemden weg, kwam achter hem aanrijden de tram van de Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij, zijlijn Lutten aan de Dedemsvaart-Heemse. De machinist heeft volgens zijn verklaring gebeld. Van G. die vemoedelijk meende dat er een auto achter hem kwam aanrijden, ging daarvoor op zij en stapte tusschen de rails juist vlak voor de tram, met het gevolg, dat hij door de locomotief werd gegrepen. Ongeveer 50 a 60 meter werd hij meegesleurd. Een der beenen werd even boven den enkel zoo goed als geheel afgereden, terwijl hij een ernstige wonde aan het hoofd bekwam.
Dr. Boom van Hardenberg was spoedig ter plaatse en verleende geneeskundige hulp. Per auto werd van G. vervoerd naar het ziekenhuis te Hoogeveen, evenwel onderweg is hij aan de bekomen verwondingen overleden.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 25-5-1925

Dienstregeling tram 5 Juni 1925

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. Zwolle, 31-5-1924

Steun aanvraag over de jaren 1923, 1924 en 1925

Verzoek aan de Staten van Overijssel om bijdragen te verlenen in de exploitatiekosten over de jaren 1923 t/m 1925.

Bij besluit der Staten van 17 Dec. 1918 werden Ged. Staten gemachtigd om voorloopig over de jaren 1917, 1918 en 1919 onder bepaalde voorwaarden aan de Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij bijdragen te verleenen in de exploitatiekosten over die jaren, welk besluit echter niet tot uitvoering is gekomen, wijl de omstandigheden van de maatschappij intusschen door het ontvangen van een verhoogd rijkskolensubsidie zoodanig gewijzigd waren, dat voornoemde bijdragen over die jaren niet meer noodig werden geacht.
In den loop van het jaar 1924 heeft de Mij. zich echter weder tot de betrokken openbare lichamen gewend met verzoek een subsidie te willen verleenen tot dekking van de exploitatie-verliezen over de jaren 1923, 1924 en 1925, voor beide eerstgenoemde jaren bedragend resp. f 39681.93 en f 18608.12.
Bij de besprekingen te dezer zake, welke gevoerd zijn tusschen de Directie der Maatschappij en een Commissie, bestaande uit een vertegenwoordiger van de colleges van Ged. Staten der drie betrokken provincies, Drenthe, Groningen en Overijssel, is van de zijde der Directie medegedeeld, dat van Rijkswege in die tekorten in beginsel een bijdrage ad 50 pct. is toegezegd, onder voorwaarde echter, dat de ontbrekende 50 pct. door de "streek" zullen worden bijeengebracht en in verband met die voorwaarde tot de drie genoemde provincies het verzoek gericht gezamenlijk de ontbrekende 50 pct. te willen bijdragen.
Ter ondersteuning van dit verzoek is door de maatschappij in hoofdzaak aangevoerd, dat de verliezen grootendeels geleden zijn op de personentrams, en dat, indien het personenvervoer aanzienlijk zou worden beperkt, niet alleen een kloppende exploitatierekening zou kunnen worden verkregen, maar ook dividend aan aandeelhouders zou kunnen worden uitgekeerd; waar nu "de streek" in bijzondere mate bij dit personenvervoer is gebaat, ligt het, volgens de maatschappij, voorts op den weg van de betrokken provincies en gemeenten om in het daardoor veroorzaakte verlies mede bij te dragen.
Gelet op het belang, hetwelk de streek ongetwijfeld bij het voortbestaan van de tram - dat bij niet delging van de bedoelde tekorten ernstig zou worden bedreigd - heeft en in het bijzonder ook op het groote belang van een goed geregeld personenvervoer, meenen Ged. Staten, dat er wel aanleiding is van provinciewege op het bedoelde verzoek in te gaan, wat ook geheel ligt in de lijn van de door de Staten bij bovengenoemd besluit aangenomen houding, terwijl h.i. daarvoor mede pleit de omstandigheid, dat de exploitatiekosten zich zeer sterk in dalende lijn bewegen en een kloppende exploitatie over enkele jaren allerminst als uitgesloten is te beschouwen.
Evenwel kan h. i. "de streek" niet vereenzelvigd worden met "de provincie", maar moeten ook de gemeenten, binnen welker gebied de tram haar lijnen heeft - die toch in de eerste plaats belanghebbenden - ongetwijfeld daartoe worden gerekend en derhalve mede in de verliezen der Mij. bijdragen.
Geleid door dezen gedachtengang, hebben Ged. Staten zich te dier zake met de besturen dier gemeenten in verbinding gesteld, en als uitgangspunt bij die onderhandelingen aangenomen, dat, wanneer van den kant der provincie in de ontbrekende 50 pct. een bijdrage zal worden toegezegd van 133/280 - in evenredigheid met het aantal binnen haar grenzen gelegen K.M. - de helft daarvan door die gemeenten zal moeten worden betaald, hetgeen naar hun meening als voorwaarde aan de toezegging van de provincie zal moeten worden verbonden; mede zal h. i. daarbij moeten worden bepaald, dat zij slechts zal gelden, wanneer het restant Van het ontbrekende door de provincies Drenthe en Groningen - direct of indirect - zal worden bijgedragen.
Tenslotte nog opmerkend, dat zij uit de met de directie gevoerde besprekingen meenen te mogen afleiden, dat hij een delging van de tekorten op de boven aangegeven wijze voor de volgende jaren op een goede dienstregeling inzake het personenvervoer mag worden gerekend, stellen Ged. Staten voor hun college te machtigen om in de exploitatieverliezen van die Dedemsvaartsche StoomtramwegMaatsohappij over de jaren 1923, 1924 en 1925 een bijdrage te verkenen a fonds perdu van 133/280 maal 50 pct. van het jaarlijksch exploitatieverlies, onder voorwaarden, dat de helft dier bijdragen door de betrokken gemeenten zal worden betaald, en het restant dier 50 pct. door de provincies Groningen en Drenthe.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 28-5-1925

Verzet tegen verlening van steun door o.a. beurtschipper Johannes van Der Graaf (1887-1955) en busondernemer Herman Bontius.

AVEREEST. 15 Juni. Heden vergaderde de raad dezer gemeente. Voorzitter de burgemeester M Dotinga.
Omtrent een schrijven van Ged. Staten in zake het verleenen van een bijdrage in de exploitatie-verliezen der Dedemsvaartsche Stoomtramweg Mij. over de jaren 1923 en 1924, een adres van H. Bontius te Dedemsvaart, houdende verzoek geen bijdrage te verleenen in het exploitatie-tekort der D.S.M. en een adres van J. van der Graaf te Dedemsvaart, van dezelfde strekking als het vorige, wordt op voorstel van den voorzitter besloten aan het eind van de vergadering in een geheime zitting te beraadslagen.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 16-6-1925

Het rapport der commissie van rapporteurs ten aanzien van het voorstel van Ged. Staten bevat nogal wat kritiek op de houding van de D.S.M. t.o.v het reizende publiek : "Publiek, ik beschouw u als balen turfstrooisel" Toch adviseerd het rapport positief over de subsidie aanvraag.

In alle afdeelingen verklaarde men zich voor het voorstel van Ged. Staten, in twee evenwel onder het voorbehoud, dat aan het subsidie nog enkele - door Ged. Staten niet voorgestelde - voorwaarden zouden worden verbonden. In de eerste plaats zou door de D.S.M. geen dividend mogen worden uitgekeerd, noch extra mogen worden gereserveerd, terwijl voorts aan de provincie ook voor den tijd na 1925 invloed zou moeten worden toegekend op de geheele gestie van de Maatschappij.

In bijna alle afdeelingen werd geklaagd over de houding van de D.S.M. tegenover het publiek. "Publiek, ik beschouw u als balen turfstrooisel", aldus wordt de houding van de directie tegenover het publiek juist gekarakteriseerd. De Maatschappij doet niets om het publiek te gerieven en schijnt slechts oog te hebben voor de belangen van de aandeelhouders.
De aansluitingen te Zwolle en te Dedemsvaart (station) zijn uiterst slecht en als een gevolg hiervan wordt gevreesd, dat de Nederlandsche Spoorwegen in de toekomst verschillende treinen aan laatstgenoemd station niet meer zullen doen stoppen. Aan deze en andere voor het publiek bezwarende toestanden zou een eind moeten worden gemaakt, door de provincie meer invloed toe te kennen op de samenstelling van de dienstregeling etc.
Door den voorzitter van een der afdeelingen werd naar aanleiding van een desbetreffende opmerking medegedeeld, dat de directie de dienstregeling wel ter goedkeuring opzond aan Ged. Staten, maar steeds zoo laat, dat dit practisch niets beteekende.
Opgemerkt werd nog, dat de Maatschappij wel subsidie vraagt, maar het liever niet krijgt, wanneer zij dan voor een goede personendienst moet zorgen.
De commissie van rapporteurs kan zich grootendeels met de in de verschillende afdeelingen over het beleid van de Maatschappij geuite klachten vereenigen en meent daarom, dat aan het door de provincie te verstrekken subsidie nog enkele voorwaarden moeten worden vertoonden, welke voor de toekomst een beter beleid waarborgen.
Op grond van het bovenstaande geeft de commissie in overweging het voorstel van Ged. Staten aan te nemen, aldus aangevuld, dat het subsidie over de jaren 1923, 1924 en 1925 slechts zal worden uitgekeerd: wanneer over de jaren 1923, 1924 en 1925 aan aandeelhouders geen dividend wordt uitgekeerd en over het laatste jaar ook geen buitengewone afschrijvingen plaats vinden of reserves worden gemaakt buiten de in de statuten of rijksconcessie voorbeschrevene; en wanneer een regeling zal worden getroffen ten genoege van Ged. Staten, waarbij aan de provincie ook voor de jaren na 1925 invloed wordt toegekend op de algeheele gestie aan de Maatschappij.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 16-7-1925

De verdeling over de betrokken gemeenten zou dan worden :
In overijssel : Zwolle (19%), Zwollerkerspel (2%), Staphorst (2%), Nieuwleusen (15%), Avereest (31%), Gramsbergen (7%), Ambt-Hardenberg (17%), Stad-Hardenberg (6%), Dalfsen (2%).
In Drenthe : Zuidwolde (0.5%), De Wijk (11.5%), Emmen (30%), Hoogeveen (19%), Coevorden (11%), Dalen (7.5%), Schoonebeek(1.5%) en Meppel (19%).
In groningen : Ter-Apel

COEVORDEN, 15 Dec. De burgemeester van Coevorden heeft in de gehouden vergadering van den gemeenteraad verklaard, dat de gemeentebesturen van Emmen en Dalen niet genegen zijn hun deel in de exploitatie-tekorten van de Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij over 1922 en 1923 bij te dragen, en dat B. en W. dezer gemeente in verband met meerdere omstandigheden geneigd zijn ter zake een afwijzend voorstel aan den raad te doen.
Daar de dekking van de tekorten alleen maar zal geschieden, wanneer alle gemeenten medewerken, is de kans, dat genoemde exploitatietekorten gedekt worden, aanmerkelijk gedaald.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 16-12-1925

Ongeval

ZWOLLE, 14 Aug Toen de Dedemsvaartsche Stoomtram zich hedenochtend omstreeks half negen, van Zwolle komende, op de bocht bij Berkummersluis bevond, kwam er een zoogenaamde stort of wipkar van Visscher te Oudleusen (Dalfsen) met V., diens vrouw en hun twee kinderen, benevens twee dochterjes van een zwager (J. Post uit Voorst, Zwollerkerspel) van den anderen kant. Het paard schrok voor den rook, week uit, en kwam op de rails te recht. Het achterste gedeelte van de kar werd verbrijzeld.
De beide kinderen van den zwager, die te Oudleusen bij oom en tante gelogeerd hadden, kwamen onder de tram. Van het eene meisje, dat circa tien jaar oud is, werd het eene been verbrijzeld en het andere gebroken. Het andere kind, van ongeveer denzelfden leeftijd, bekwam een hoofdverwonding. De overigen kwamen met den schrik vrij.
Men kan zich de ontsteltenis van de betrokkenen, die even te voren opgewekt naar Zwolle reden en plotseling door zulk een onheil getroffen werden, indenken. Gelukkig passeerde er een particuliere auto uit Zwolle. De heer C. J. Zebinden Baggerman, die chauffeerde, keerde onmiddellijk om en nam de patienten op, geholpen door sluiswachter Strijker, die het eene kind op de kussens van de auto vasthield, terwijl het andere naast den heer Z. B. kon plaats nemen. De kinderen werden naar het Sophia-Ziekenhuis gebracht, waar dr. Mesdag het been van het eene meisje amputeerde. Haar toestand is heel ernstig.
Het is bij de Berkummersluis een gevaarlijk punt. Rijks- en gemeentepolitie waren spoedig ter plaatse en stellen een onderzoek in.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 14-8-1925

Verslechtering der loonen

TER APEL, 28 Aug. Onder het personeel der Dedemsvaartsche Stoomtramwegmij. heerscht groote ontstemming, tegenover de voorgestelde loonregeling door de directie. Te Coevorden, Dedemsvaart en alhier zijn op personeelsvergaderingen moties aangenomen, waarin tegen die voorstellen ten sterkste wordt geprotesteerd en waarin het hoofdbestuur van de Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel wordt opgedragen, alle middelen aan te wenden, om de verslechtering der loonen te voorkomen.
De Noord-Ooster. Wildervank, 29-8-1925

Ongeval

Betrof Marten Timmer, overleden 21-10-1925 te Hoogeveen.

AMBT-HARDENBERG, 19 Oct. Te Slagharen, juist daar waar de tram de polder uitkomende den weg oversteekt, werd Maandagmorgen door de van Hoogeveen komende tram der Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij een zekere T., scheepsjager, wonende te Balkbrug, die vermoedelijk zonder zich te vergewissen of er een tram aankwam, per fiets de rails overstak, aangereden.
Volgens verklaring van den machinist heeft hij de noodige seinen gegeven. Het rijwiel werd in elkaar gedrukt, terwijl hij zelf met zijn aangezicht viel tegen een der lantaarns der locomotief en daarna achterover op den grond. Ernstig gewond aan het hoofd en in bewusteloozen toestand werd hij opgenomen. Tengevolge van het glas der looomotief-lantaarn was hij in zijn aangezicht zeer bebloed en verwond. Nadat dr. D. J. Griffijn, arts te Lutten aan de Dedemsvaart de eerste hulp had verleend is hij per auto vervoerd naar het ziekenhuis te Zwolle.
Het tramverkeer had tengevolge hiervan een half uur vertraging.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 20-10-1925
AMBT-HARDENBERG, 20 Oct- Ten vervolge op het bericht van gisteren inzake de botsing te Slagharen in deze gemeente tusschen den fietsrijder M. Timmer, scheepsjager, wonende te Balkbrug, met een locomotief van een rijdende tram der Dedemsvaartsche Stoomtramweg-maatschappij, kan nog worden medegedeeld dat de ongelukkige niet naar Zwolle, doch per auto naar het ziekenhuis te Hoogeveen werd vervoerd. Dr. Oosterhuis te Hoogeveen constateerde schedelbreuk en inwendige bloeding. De man had gisterenavond het bewustzijn nog niet weer gekregen. Zijn toestand is zeer ernstig, terwijl voor zijn leven wordt gevreesd.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 21-10-1925
AMBT-HARDENBERG, 22 Oct. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen is Woensdagmorgen in het Ziekenhuis te Hoogeveen overleden de scheepsjager M. Timmer van Balkbrug, die Maandagmorgen te Slagharen, in deze gemeente, in botsing is gekomen met de locomotief van een rijdende tram der Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 23-10-1925

Uitlenen materieel

Een locomotief en 8 wagens worden uitgeleend aan de Geldersch-Overijselsche Stoomtram.

Het vervoer met de Geld.-Overijss. stoomtram is in den laatsten tijd dermate toegenomen, dat tien nieuwe wagens moesten worden besteld, terwijl een achttal wagens en een locomotief in huur zijn genomen van de Dedemsvaartsche Tramweg-Mij., teneinde voorloopig in de behoefte aan vervoermiddelen te kunnen voorzien.
De Maasbode. 7-11-1925

Aansluiting in Ter Apel met Oostelijk Groningen

TER APEL, 25 Febr. Bij de directie der Dedemsvaartsche Stoomtramwegmij. moet het voornemen bestaan hare lijn dezen zomer bij die van de Eerste Drentsche en Oostelijk Groningen aan te sluiten. De wagonladingen uit Delfzijl per Eerste Drentsche tot Hoogeveen enz. en per D. S. M. tot Zwolle kunnen dan zonder overlading vervoerd worden, evenals omgekeerd.
Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 25-2-1925

Wij vestigen de aandacht op een in dit nummer voorkomende advertentie der Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij over het tot stand komen van een verbinding met de lijnen van de Stoomtramweg-Maatschappij "Oostelijk-Groningen". Door deze verbinding wordt het mogelijk de goederen uit Overijssel en Drenthe en uit Oostelijk Groningen van de langs die lijnen gelogen plaatsen, in rechtstreeksche tarieven en met ongebroken wagonladingen, over en weer te verzenden.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 5-12-1925
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant. 5-12-1925